|
EIK
& LINDE
Op een goede dag gaan in het oude Griekenland de goden Zeus en zijn
zoon Hermes op bezoek in een dorpje. De inwoners van het dorpje worden
door beide goden op hun gastvrijheid getest. Overal vragen ze om onderdak
of iets te eten, nergens worden ze binnengelaten. Totdat ze aanklop-pen
bij de hut van Baukis en Philemon, een ouder echtpaar. Ze zijn niet
al te rijk maar vragen de reizigers binnen. Direct komen er dadels,
vijgen en olijven op tafel. Een gerookte ham wordt in de grote pan met
kokend water gelegd en buiten wordt de laatste scharrelkip gevangen
en onthoofd. De goden nemen het ervan en zelfs een half aan gebroken
fles wijn van de vorige dag wordt op gedronken. Na afloop van de maaltijd
vragen de goden of de oudjes met hun een avondwandeling willen maken.
Ze beklimmen een heuvel en zien dan wanner ze omkijken hoe het dorp
en zijn inwoners door een kolkende watermassa worden verslonden. De
oudjes krijgen van de goden een opdracht. Ze moeten de rest van hun
leven een tempel beheren. In ruil daarvoor krijgen ze een geschenk.
De goden verklappen het niet, maar aan het eid van hun leven blijken
Baukis en Philemon samen, op hetzelfde moment, te mogen sterven. Direct
daarna verschijnen ze weer, maar nu als eik en linde. En tot op de dag
van vandaag staan ze daar nog. |